How dare you?

Dit artikel verscheen 5 oktober 2020 in de Marketing Tribune.

Ruim twee jaar geleden, 20 augustus 2018, streek een middelbare scholier met een zelfgemaakt protestbord ‘Skolstrejk för Klimatet’ neer voor het Zweedse parlementsgebouw. Inmiddels kent de hele wereld haar indringende pleidooi en praat zelfs Klaus Schwab, founder van het World Economic Forum, over het ‘Greta-effect’.


Welbeschouwd is het bizar en ongekend dat één middelbare scholier, minderjarig nog, zo’n impact wist te creëren in zo’n korte tijd. Greta Thunberg werd Time’s Person of the Year 2019, kreeg een Nobelprijs-nominatie, en bovenal, ze wist erg veel andere jongeren te motiveren om ook in actie te komen tegen klimaatverandering. 15 maart 2019, amper zeven maanden na die eerste skolstrejk in Stockholm, staakten 1,6 miljoen jongeren in 2.000 steden in 125 landen. Ook in Nederland. Door corona gingen veel demonstraties niet door, maar deze hete zomer en de ijskap van Groenland, maken duidelijk hoe snel onze planeet opwarmt. We zijn nog lang niet van het Greta-effect af.

Hoopgevend
In analyses over de opkomst van deze jonge klimaatbeweging wordt vaak verwezen naar de mobilisatiekracht van social media. Sociologen van de VU deden onderzoek tijdens een demonstratie en concludeerden uit de interviews dat de meeste klimaatstakers over de actie hoorden via direct contact. Het gros werd gevraagd door vrienden en klasgenoten om mee te gaan én vroeg zelf weer anderen mee. Social media ondersteunde dit proces slechts. De jongeren zijn positief over de impact die zij kunnen uitoefenen door hun krachten te bundelen: 92% gelooft daar in. Tegelijk zijn ze sceptisch naar anderen: 9% vertrouwt erop dat de overheid de milieuproblemen oplost en slechts 3% (!) gelooft hierbij in bedrijven en marktwerking.
Veel volwassenen vinden het goed en belangrijk dat jongeren zich zo luid laten horen. Sterker nog, ze vinden het hoopgevend. Zelf zei Greta vorig jaar over die hoop toen ze wereldleiders toesprak bij een VN-vergadering: ‘I shouldn’t be up here. I should be back in school on the other side of the ocean. Yet you all come to us young people for hope. How dare you?!’ Zelden werd het woord ‘hope’ met zoveel woede uitgesproken. Op het internet echode het nog dagenlang na in How dare you?-memes.
Hoop putten uit het protest van jongeren is niet genoeg. Immers, jongeren draaien nog niet aan de knoppen en de tijd dringt. Zoals klimaatactivist Inez van 17 zegt: ‘Ik merk dat mensen mij inspirerend vinden. Dan denk ik: en als jij straks naar huis gaat, ga je dan ook wat veranderen? Ik hoef je compliment niet, ik wil meer dat je het zelf oppakt.’
In die zelfbewuste en actiegerichte toon zit precies de kracht van deze jonge voorlopers die hoopvol maakt. Sociale bewegingen komen immers tot stand vanuit een kleine groep, vaak jonge, mensen die iets willen veranderen in de maatschappij. Dat volwassenen hier hoop uit putten is al een vorm van invloed. Mits die volwassenen er ook iets mee gaan dóen. Want deze jongeren hebben allereerst (groot)ouders. En zoals de 15-jarige klimaatactivist Rosa zegt in Trouw: ‘Als oudere kun je niet tegen een kind zeggen: ik heb schijt aan jouw toekomst.’ Deze jongeren gaan naar school, of studeren, ze hebben bijbaantjes en hobby’s en straks weer stages en banen. Op allerlei plekken zijn ze vertakt met andere mensen, uit andere generaties. En die vertakkingen lopen ook richting die overheid en die bedrijven waar ze nu nog sceptisch naar kijken.

Wie durft?
Het Greta-effect begon op straat en in de media. Het echte effect vindt nu plaats in al die vertakkingen. In al die vele situaties waarin de call to action van Greta en haar leeftijdgenoten resoneert en waar mensen en organisaties besluiten hun gedrag te veranderen. Daar waar we echt het lef hebben om andere keuzes te maken voor een duurzame toekomst. Wie durft?